Gaswisselingdieren

insecten  

  • Insecten hebben geen longen, maar tracheeën. tracheeën zijn sterk vertakte luchtbuizen in het lichaam van een insect. Via openingen komt lucht in het tracheeënstelsel. Deze openingen heten stigma’s.
  • De fijne vertakkingen van de tracheeën eindigen overal in het lichaam. Daardoor kan lucht met zuurstof overal in het lichaam van een insect komen. Alle vertakkingen samen hebben een groot oppervlak, zodat de gaswisseling snel plaatsvindt. Zuurstof wordt vanuit de lucht in de tracheeën opgenomen in de cellen van het insect. De cellen geven koolstofdioxide af aan de lucht in de tracheeën. Bij veel soorten insecten bevinden de stigma’s zich vooral in het achterlijfDoor pompende bewegingen te maken verversen deze insecten de lucht in de tracheeën. Bij bepaalde soorten insecten zoals de steekmug  ontwikkelen de larven en poppen zich in het water. De larven en poppen hebben uitsteeksels, waardoor het tracheeënstelsel in contact blijft staan met de lucht.